Lenie Degen

Rijksstraatweg 193
1115 AR Duivendrecht

Mob: 06 50917651
Email: leniedegen@chello.nl
lenie.degen@werkgroepherkenning.nl

Een taal er bij

‘Een taal erbij’, de methodiek: 

  • ‘Een taal erbij’, is een weergave van: personen, relaties en posities;
  • de methodiek vindt haar oorsprong vanuit het theoretische gedachtegoed van I. Boszormenyi-Nagy, een Hongaars-Amerikaanse psychiater en gezinstherapeut. Hij ging er vanuit dat in een contextueel mensbeeld de begrippen relationeel en intergenerationeel centraal staan. Nagy maakt een onderscheid tussen relaties met een bloedband, die je ‘gegeven’, zijn en de gekozen relaties. Sommige relaties zijn helpend en andere relaties zijn een zware last;
  • de huidige methodiek ‘Een Taal erbij’ is ontwikkeld door Mevr. M. Diekmann-Schoemaker, leertherapeut en supervisor NVRG (overleden 2007). zie www.dekontekst.nl

Toepassing binnen supervisie

Sinds 2007 maak ik gebruik van deze methodiek in mijn verschillende vormen van begeleiding/ coaching en supervisie. Binnen supervisie is de methode ‘Een taal erbij’,een heel goede en succesvolle methode gebleken.
De supervisant wordt, naar aanleiding van de te onderzoeken leervraag en de daaraan verbonden situatieschets, gevraagd zijn werkelijkheid visueel weer te geven door middel van het maken van een tafelopstelling. Relaties in het heden kunnen bekeken worden door de beleving van de supervisant concreet op tafel te zetten. Tegelijkertijd wordt het verleden erbij geplaatst, vanwege de onontkoombare verbondenheid tussen het hier en nu en de geschiedenis.

Werkzame factoren en andere ervaringen van cliënten en studenten:

  • ik ben een persoon die mijn emoties niet zo goed kan tonen. Via het communiceren via de poppetjes kan ik mij beter uiten;
  • ik vind ik dit een geweldige methode om mee te werken. Ik heb vaker aangegeven dat dit echt bijdraagt binnen de hulpverlening.Ik kan onderscheiden wat mijn taak is en wat de ander (cliënt, medestudent of collega) zelf kan en/ of moet doen. Bij de opstelling met de poppetjes  ontdekte ik dat ik de neiging om veel voor anderen te willen doen, echt van mijn moeder heb;
  • concluderend kan ik zeggen dat mijn oude en nieuwe gedrag kunnen worden gesymboliseerd door twee kleine ikjes ;
  • ik ben nu aan het proberen om de goede kwaliteiten van de twee ikjes’ zo in te zetten dat het efficiënt is bij een bepaalde cliëntsituatie;
  • ik heb ervaren dat het werken met ‘Een taal erbij’ een manier is die goed bij mij past. Je maakt op een creatieve manier de gehele cliëntsituatie inzichtelijk. De situatie, wordt op metaniveau overzichtelijk gemaakt en besproken. Het mooie ervan was ook dat de situaties naar mate de supervisie vorderde, werden uitgebreid. Zaken als schade, normen en waarden en kwaliteiten deden hun intrede. Zo ontstond elke keer een totaal plaatje van de hele cliëntsituatie;
  • tijdens de supervisie heb ik geleerd dat de ‘schade’ vanuit mijn jeugd ingezet kan worden in mijn werk, en dat ik er kracht uit kan halen;
  • vanuit de methodiek van de ‘Een taal erbij’ heb ik geleerd dat je in een cliëntsituatie ‘de poppetjes’ in de richting van de cliënt kan bewegen maar ook om kan draaien naar je eigen socialisatie en gezinssysteem om zo krachten en gedragspatronen te ontdekken.

De afgelopen tien jaar heeft ‘Een taal erbij’ zich steeds meer ontwikkeld. Door het geven van trainingen, het werken in andere culturen in de context van humanitaire hulpverlening in ‘warconflict’ gebieden (Diekmann – Schoemaker, 2003). Bij het inzetten van deze methode in supervisie en bij teamconflicten, wordt het steeds duidelijker waarom deze methodiek zo goed werkt. Dit hangt naar mijn mening samen met de volgende factoren:

Intrapsychisch én inter-relationeel

Een essentieel kenmerk van ‘Een taal erbij’, is de mogelijkheid het intrapsychische en het inter-relationele parallel te beleven. De interne dialoog én de relatie staan tegelijk op tafel. Omdat de kleine poppetjes als symbool van de geschiedenis er toch al staan, wordt bijna vanzelf een link gelegd vanuit de dynamiek van de relatie naar de invloed van de (socialisatie) geschiedenissen op die relatie.

‘Een taal erbij’, is inzicht gevend en verhelderend. Het structureert de soms verwarrende werkelijkheid van een cliënt/supervisant en werkt als zodanig ook ordenend voor de begeleider.De mogelijkheden van ‘Een taal erbij’, zijn talloos. De methode is toepasbaar vanuit diverse theorieën bij verschillende therapiestijlen en heeft zijn kracht bewezen in het werken met getraumatiseerde cliënten. Je kunt letterlijk samen het leed overzien.

  • de ruimte die het beeld biedt naast het woord;
  • werkt ordenend en structurerend;
  • zelf je eigen regie nemen;
  • visualisatie van de externe en de interne werkelijkheid van de inbrenger werkt ondersteunend;
  • loyaliteit wordt zichtbaar. “Een taal erbij” bewaakt de onzichtbare loyaliteit die altijd zijn invloed doet gelden;
  • alles blijft op tafel. Cliënten/studenten zeggen vaak dat zij het een geruststellende gedachte vinden dat alles op tafel blijft staan. Dit geeft hun de zekerheid dat ze niet vergeten wat ze net gezegd hebben en dat ze niets of niemand over het hoofd zien. Dit geeft controle en rust. De poppetjes hoeven overigens niet voortdurend de hoofdrol te hebben .Een simpele opstelling geeft vaak stof te over voor een verder poppetjes loos gesprek;
  • je hoeft elkaar niet al die tijd aan te kijken. Voor sommige mensen is het fijn om via de poppetjes te praten;
  • internationale zeggingskracht,dwars door alle talen heen;
  • verbinding met het eigen lijf; 
  • met behulp van alle zintuigen;
  • verbindingen tussen: Toen (verleden)  Hier en nu (heden)  en de Toekomst;
  • herkennen van oude patronen van eigen manier van communiceren ( uit bijv. je socialisatie) ;
  • tot nieuwe ideeën komen van handelen / gedrag.